vrijdag 29 juni 2018

Thuis

Afgelopen week liep ik met een groep bovenbouwers door mijn woonplaats heen.
Ze kregen onder leiding van een gids uitleg over de historie van de stad.
Logischerwijs vonden de volwassenen het leuker dan de kinderen, en ook al waren sommige dingen misschien best interessant dat geef je op die leeftijd natuurlijk niet toe.
Dus was ik degene die thuis enthousiast vertelde over de jodensteeg waar ik al die jaren dat ik hier woon straal voorbij ben gelopen. En over de huizen van weleer en waarom dat ene oude huisje er toch nog staat tussen al die moderne kolossen.
Mijn zoon zat er zuchtend naast en zat mij aan te kijken alsof ik een andere route had gelopen.



Zoals gezegd woon ik inmiddels al een poosje hier, vanuit het noorden zijn wij na onze trouwdag hier neergestreken en nooit meer weggegaan.
Wij hebben ons plekje hier gevonden en er voor ons gezin een thuis gemaakt.
En toch elke keer als we terug naar Groningen rijden begint het te kriebelen, zouden dat nou die wortels zijn? 
Lange tijd kon ik mijn weg niet vinden in Meppel en omgeving, in Groningen wist ik precies waar ik moest zijn voor het een en ander. Die paadjes kende ik hier nog niet.

Als ik in een sentimentele bui ben mis ik Groningen ineens heel erg, dan verlang ik ernaar om door haar straten te dwalen. Om op de trappen van het stadhuis een ijsje te eten en om een boek te lenen in de grote bibliotheek en die dan te gaan lezen in de Prinsentuin.

Maar mijn kinderen zijn hier thuis, zij groeien hier op. Zij hebben hier hun paadjes liggen.
Mijn zoon weet precies hoe hij naar de speelgoedwinkel moet fietsen om te kijken of er al een nieuw legoboekje ligt. En mijn dochter van drie herkent, hoe klein ze ook is, aan de weg waar we heen gaan als we door de straten fietsen.

Het is goed te weten dat ze hun weg kennen, ik laat de oudste inmiddels met een gerust hart gaan, hij weet de weg, en als hij het toch niet kan vinden weet hij hoe hij weer thuis moet komen.
Maar hij heeft ook geleerd dat een beetje dwalen ook mag, je komt vanzelf een punt tegen dat je de weg wijst. En als het echt niet lukt kun je altijd de weg vragen, je hoeft het niet alleen te doen. 

Dat is iets wat ik ze ook graag mee zou willen geven op het gebied van geloven.
Dwaal rustig rond, je mag best de weg af en toe een beetje kwijt zijn.
Je komt vanzelf een punt tegen dat je de weg weer wijst, en anders vraag alsjeblieft om hulp.
Ook geloven hoef je niet alleen te doen.
En ze kennen de weg naar Huis al merk ik af en toe, en dan loopt mijn hart over van dankbaarheid.
Ik mag ze de weg naar Huis wijzen, ik mag ze vertellen dat ze altijd Thuis mogen komen bij Hem die hen maakte. 
En ik mag, moet zelf ze straks ook daarin loslaten, erop vertrouwen dat de weg kennen, en dat ze weten hoe ze weer Thuis kunnen komen.  

Ik heb weleens gelezen dat een stad leeft, een ziel heeft.
En na die stadswandeling van afgelopen week begreep ik dat ineens veel beter, ik had mijn woonplaats weer een stukje beter leren kennen. 
En ik mijmerde verder dat je eigenlijk verplicht zo'n soort wandeling zou moeten maken als je ergens anders gaat wonen.
Laat de stad of het dorp zich voorstellen aan je, laat je inspireren door de mensen die er al heel lang wonen of door mensen die er vroeger woonden.
Niet alleen het heden maakt een stad tot wat hij is maar het verleden speelt ook een grote rol.
Misschien wel een grotere rol dan wij denken, het maakt dat je je verbonden gaat voelen met de plek maar ook met de mensen.

En dat verbonden voelen met een plek zorgt er naar mijn idee voor dat je je ergens thuis voelt.
Ik voel me na 13 jaar verbonden met mijn woonplaats, hier ligt een hele schat aan herinneringen.
Mijn kinderen zijn er geboren, ik fietste met hen voor het eerst voorop trots door de straten, later fietsten ze al slingerend zelf door die straten.
Ik kwam er achter waar de mooiste kastanjebomen staan in de herfst en waar je in de lente jonge dieren kunt kijken. Maar ook waar ik moet zijn als ik een tandendoosje zoek of waar ik de mooiste verjaardagscadeautje kan vinden.
Ik gaf het tijd en aandacht en daardoor kwam ik thuis.
En als we nu weer naar huis rijden zijn we blij als we de watertoren of de kerktoren van Meppel in de verte zien.

Ik ga ervan uit dat uiteindelijk mijn kinderen ook weer uitvliegen naar uiteenlopende plaatsen.
Ze zullen gaan studeren of werken op andere plaatsen.
Daar zullen zij dan weer hun eigen thuis moeten creƫren.
Ik hoop dat ze dan terugvallen op wat ik hen nu probeer mee te geven.
Je kunt overal thuis zijn want God gaat altijd met je mee en je mag thuis zijn bij Hem.
En dat ze onthouden hoe ze, na wat omzwervingen de weg naar Huis weer kunnen vinden.

Deze blog verscheen ook op www.puurvandaag.nl